Voorganger: Prof. dr. W.H.Th. Moehn
Tekstgedeelte: Genesis 12:1-4


De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Toen ging Abram op weg, zoals de HEERE tot hem gesproken had, en Lot ging met hem mee. Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran vertrok.


Liturgie

Weerklank 501 : 1,5 | Beveel gerust uw wegen
Psalm 100 : 1,2,3
Psalm 25 : 6
Psalm 105 : 1,3,4
Psalm 62 : 1,5
Psalm 89 : 7,8

Media

Beamerpresentatie: Alleen zichtbaar voor leden. Log in om te bekijken.
Geluidsopname: Beluisteren

Video